donderdag 21 juni 2012

Mijn overgrootvader Antonie Harte

Vandaag kreeg ik mijn maand boekje van ‘Ons Voorgeslacht” weer binnen. Daarin staat deze maand een stukje geschreven door de heer Max Verhart, die een genealoog vergelijkt met een tijdreiziger,die door het spoorboekje van onder meer doop-trouw-en begraafregisters een reis door het verleden maakt.  Dat sprak mij wel aan. Ook ik reis van station naar station. En al reizend maak ik vaak een tussenstop of ga een klein spoortje op.  Soms vind ik stukjes genealogie op de raarste plaatsen. Zo was ik al een heel tijdje benieuwd waarom mijn overgrootvader Antonie Harte toch in Drente terecht gekomen was.  Hij was geboren en getogen in de gemeente Tiel.  Omdat ik geen idee had hoe dat toch aan te pakken,  bleef deze vraag lange tijd onbeantwoord.
Tot ik het boekje van Susanna Jansen, “Het Pauperparadijs”  had gelezen. Wat een verhaal was dat. En dit stukje geschiedenis over de Maatschappij van Weldadigheid was mij nog onbekend.

              __________________________________________________________

                           _________________________________________________

Samen met dochter, schoonzoon en man op weg naar Frederiksoord - Drente om daar eens rond te kijken in wat thans een museum is.  Als je daar loopt en alles bekijkt bekruipt je toch een raar gevoel. Vooral het kerkhof, helemaal afgelegen maakte veel indruk.

Het pauperparadijs, een familiegeschiedenis

Klik om de foto de vergroten
Amsterdam-Noord tijdens de crisisjaren: Roza Dingemans, moeder van een door schulden en alcoholisme getroffen gezin, probeert koste wat kost haar waardigheid te bewaren. Ze ontleent trots aan een gerucht over een voorname afkomst en een misgelopen erfenis.
Maar is dat werkelijkheid of mythe?
Op zoek naar de feiten stuit haar kleindochter, de auteur, op een verborgen stuk Nederlandse geschiedenis: een uniek heropvoedingsexperiment in de Drentse nederzetting Veenhuizen, waaraan haar voorouders zijn blootgesteld. In drie enorme gestichten werden vanaf 1823 tienduizenden arme stadsgezinnen gedrild tot nuttige burgers. Maar wat begon als een bevlogen plan om de onderklasse te verheffen, veranderde al snel in een fuik.
In een betrokken, beeldende stijl volgt Suzanna Jansen vijf generaties van haar familie langs alle goedbedoelde beschavingspogingen. Van de bedelaarskolonie Veenhuizen tot het wonen-onder-toezicht in de arbeiderswijken van de twintigste eeuw. Gaandeweg tekent zich af hoe deze opvoedcampagnes ingrijpen in het leven van Roza Dingemans en haar nazaten.
Weer thuis achter de computer en bij de site van de Maatschappij tikte ik de naam van mijn overgrootvader in. Ik verwachtte niets, en was dus heel verbaast om hem daar te vinden.
Maar het stond er echt. Antonie Harte was er ingedeelde en op een boerderijtje te werk gesteld.  
Antonie Harte, geboren  03-09-1843 in Tiel, overleden 27-03-1906 in Assen, van beroep arbeider.
Antonie de Harte, geboren op 08-09-1843; plaats van herkomst: Tiel; godsdienst hervormd.; aangekomen op 22-08-1879; ingeschreven in Frederiksoord als ingedeelde; vertrokken op 15-08-1883. Ingeschreven als wonende op hoeve: 123 (inv.nr.3011)
       Bijzonderheden:
       Aankomst in kolonie I of eerste wijk II . Plaatsing: Part.Cotr. met J.J.Harte; smid te Tiel; f.117,--p.j Ingedeeld bij: kolonist A.C.van Puffelen I (1e wijkII); koonist I.J.v.d.Walle .
       Bijzonderheden : op 15-08-1883 vertrokken uit kolonie 1 (v.v.Walle) Zijn familienaam kan ook Harte zijn.
       Ook te vinden in boek nr.8 blz 292. Boek 8:
       Antonie de Harte, geboren op 08-09-1843; plaats van herkomst: Tiel; godsdienst: hervormd.; aangekomen op 22-08-1879; ingeschreven in Frederiksoord als ingedeelde; vertrokken op 15-08-1883. Ingeschreven als wonende op hoeve : 80 (inv.nr.3003); 80 (inv.nr 3004);123 (inv.nr.3009);123 (inv.nr.3010).
Deze gegevens roepen nog meer vragen op die door een mail beantwoord worden. Antonie is door zijn vader naar  de Maatschappij gestuurd. Naar alle waarschijnlijkheid was mijn overgrootvader niet zo’n voorbeeldige man. Hij is al 36 jaar, dus een volwassen man, maar toch stuurt zijn vader hem naar Drente . Bij de bescheiden die ik ontvang per post zitten ook een paar brieven van Johannnes Jacob Harte, de vader van Antonie, waarin hij niet uitweid over de toedracht van het plaatsen van zijn zoon, maar wel getuigen deze brieven over bezorgdheid voor deze zoon. Hij vraagt o.a. shag en scheerzeep te kopen voor zijn zoon.
Nadat Antonie vertrekt uit Frederiksoord schijnt hij nog steeds geen voorbeeldig man te zijn want dit vind ik dan ook nog:
Uit het algemeen Politieblad van 1884:
Blz 35...nr.86 Harte Antonie, vroeger te Fredriksoord, later te Tiel .Is bij vonnis der Arrond.-Rechtbank te Assen van 20 juni 1883, contradictoir veroordeeld o.a tot een boete van f.8  subsidair 1 dag gevangenisstraf.
Blz 482 nr.1204 Harte Antoine, leeftijd 39 jaren, laatst wonende te Frederiksoord, gemeente Vledder, ook zich ophoudende te Tiel. Is bij Contradictoir vonnis der Arrond.-Rechtbank te Assen, van 20 juni 1883, wegens belediging, o.a veroordeeld tot 1 dag gevangenisstraf, sub intrerende voor een boete van f.8  De officier van Justitie te Assen verzoekt opsporing, aanhouding en opzending of tenuitvoerlegging der straf en bericht.
Maar gelukkig komt het nog goed met mijn overgrootvader want:
blz. 610 Vervallen Signalement:_____Antoine Harte, zie blz.482, no 1204 van dit jaar, bericht van den Officier van Justitie te Assen, van 6 maart.
      
Hij trouwde met Artje (Lotje) van Ginkel, op 10-08-1884 in Assen, geboren 04-05-1855 in Westerbork, (dochter van Pieter van Ginkel (van Genkel) en Aaltje (Alida/Aaltien)  Komeney (Comenij)),  overleden 30-11-1951 in Schiedam, van beroep Huisvrouw.

Nu begrijp ik dus hoe mijn overgrootvader in Drente terecht kwam!

dinsdag 5 juni 2012

Simon van der Valk

Simon van der Valk, ( onze overgrootvader ) * 14-11-1845 in Naaldwijk, † 09-01-1930 in Delft, van beroep Oud Zouaaf/Tuinier. In Naaldwijk woonden zij Mariendijk no: 86 en 90 tot 10 april 1886, waarna zij vertrokken naar Hof van Delft. Inwonend een meisje genaamd Maria Adriana Hofstede; *24-10-1863 komende uit de Haarlemmermeer, zij vestigde zich op 28 mei 1865 bij dit gezin. wordt vermeldt als zijnde dienstbode. Zij vertrekt op 15 maart 1883 naar de Haarlemmermeer. Simon is van zijn ouderlijk huis vertrokken naar Rome. Waar hij dienst nam in het leger van de Paus, als zouaaf.

Hij trouwde met Cornelia Johanna van der Knaap, getrouwd 18-05-1875 in Naaldwijk. Cornelia Johanna van der Knaap, * 20-03-1853 in Rijswijk, van beroep Huisvrouw, † 23-08-1917 in Hof van Delft.

Kinderen:

i Arie van der Valk, * 26-02-1876 in Naaldwijk.

ii Apolonia Henrica van der Valk, * 15-07-1877 in Naaldwijk, † 06-06-1945 in Schipluiden/Den Hoorn, begraven 11-06-1945 in Den Hoorn, van beroep Huisvrouw. Zij trouwde met Hendricus Wilhelmus Holierhoek, getrouwd 22-10-1902 in Hof van Delft.

iii Wilhelmus Jacobus van der Valk, * 11-12-1878 in Naaldwijk. Hij trouwde met (1) Maria Minning, getrouwd 29-08-1906 in Rotterdam, getrouwd 23-02-1916 in Rotterdam. Hij trouwde met 2) Wilhelmina Verhagen.

iv Jacobus Philippus Anthonius van der Valk, * 01-08-1880 in Naaldwijk, † 08-12-1880 in Naaldwijk.

v Jacobus Philippus van der Valk, * 03-03-1882 in Naaldwijk.

vi Cornelius Anthonius van der Valk, * 30-05-1883 in Naaldwijk.

vii Hendrika Cornelia van der Valk, * 11-06-1884 in Naaldwijk, † 15-08-1884 in Naaldwijk.

viii Hendrika Cornelia van der Valk, * 07-10-1885 in Naaldwijk.

ix Simon Cornelis van der Valk, * 31-05-1887 in Delft. Hij trouwde met (1) Josina Polfriet, getrouwd 06-11-1912, * 1888, † 1918. Hij trouwde met (2) Louisa de Smit, getrouwd 04-02-1920, * 1884.

x Maria Johanna van der Valk, * 06-09-1888 in Hof van Delft, † 03-03-1889 in Hof van Delft.

xi Maria Johanna van der Valk, * 11-01-1890 in Hof van Delft. Zij trouwde met Martinus Joseph Kerklaan, getrouwd 06-10-1922 in Schipluiden.

xii Cornelia Petronella van der Valk, * 30-01-1892 in Hof van Delft, † 31-01-1892 in Hof van Delft

xiii Cornelia Petronella van der Valk, * 22-04-1894 in Hof van Delft, † 23-02-1950 in Delft.

xiv Martinus Johannes van der Valk, * 1896 in Hof van Delft. Hij trouwde met Theodora Margaretha Maria van den Ende, getrouwd 28-01-1927 in Schipluiden.

xv Clazina Johanna van der Valk, * 13-05-1897 in Hof van Delft,† 16-09-1897 in Hof van Delft.



















           Simon van der Valk     en zijn vrouw     Cornelia Johanna van der Knaap

Poeldijkse Zouaven

Alle begin is moeilijk zegt men wel eens. Waar zal ik beginnen? Denkwerk werd het, maar ik ga maar gewoon beginnen, en dan volgt de rest vanzelf wel.

Mijn eerste geneaogisch blogje gaat over de overgrootvader van mijn echtgenoot.



Bij het uitwerken en opschrijven van het levensverhaal van mijn schoonvader Simon Holierhoek bleef  1 zinnetje maar in mijn hoofd zitten:

Er kwam al pratende weg nog een herinnering boven; zijn opa van moeders kant (Simon van der Valk) werd na zijn overlijden opgebaard in zijn oud-zouaafen uniform. Dat heeft een grote indruk achtergelaten bij Siem.

Aangezien ik niet Katholiek ben had ik geen idee wat een zouaaf wel was, dus ben ik gaan speuren op het internet en daar vond ik Simon van der Valk als Zouaaf terug.

Poeldijkse Zouaven

Italië bestond rond 1850 uit een verzameling van zelfstandige koninkrijkjes en hertogdommen. Een van die onafhankelijke staatjes en verreweg de grootste was de Kerkelijke Staat. Van hier uit oefende de paus zijn wereld gezag uit. De oorsprong van dit gezag lag in de ideologie, dat de Paus, als vertegenwoordiger van God op aarde, het primaat en de suprematie bezat over alle wereldlijke vorsten. Als zodanig moest hij ook wereldlijke macht uitoefenen. Een grote sprong vooruit in dit streven kwam in de 8e eeuw (754 n.Chr.), toen Pepijn de Korte, Koning van Lotharingen grote gebieden in Midden-Italië onder het pauselijke gezag stelde. De meeste pausen hadden sindsdien het grootste gedeelte van hun energie gestoken in deze wereldlijke macht. Het was niet verwonderlijk dat de pausen van de negentiende eeuw er geen afstand van wensten te doen. Toch was er de roep vanuit het gewone volk om een democratischer bestuur. De Sardijnse vrijheidsstrijder Garibaldi maakte met zijn republikeinse strijders handig gebruik van deze wens. Hij was een republikein en streefde de eenwording van de aan elkaar verwante, door taal en cultuur verbonden gebiedsdelen na. Zijn doel was de eenwording van het gehele schiereiland in een nationale staat Italië. Bovendien verloor de Paus in 1848 veel steun, toen hij op verzoek van de koning van Sardinië weigerde de oorlog te verklaren aan Oostenrijk.Oostenrijk beheerste de havenstad Genua die door de Sardijnen werd opgeëist.
De Paus werd in Rome zo belaagd en in het nauw gedreven, dat hij moest vluchten. De Franse troepen onder Napoleon III kwamen hem te hulp. Zijn eigen troepenmacht was absoluut niet toereikend. Vanuit het Roomse primaatdenken was nooit de gedachte opgekomen, dat het eigen gebied ooit nog eens verdedigd moest worden. Vanuit het buitenland kwamen initiatieven op gang om de paus te hulp te schieten in zijn strijd om herovering en behoud van zijn wereldlijk gezagsgebied. In katholiek Nederland hebben deze ontwikkelingen de voedingsbodem gevormd voor een relatief grote toeloop van zoeaven. In totaal leverde Nederland ruim 3200 pauselijke soldaten. Melden als soldaat van de paus betekende aanzien in eigen kring. Ook werd de indruk gewekt, dat een pauselijke soldaat een plaatsje in de hemel verwierf. Uiteindelijk zal het voor vele vrijwilligers een combinatie van factoren zijn geweest, waarom ze besloten om zouaaf te worden. Het diepgewortelde geloof, de eer, het aanzien, het avontuur en de overtuiging maakten, dat een soldaat van de paus het gevoel kreeg, dat hij streed voor een rechtvaardige en correcte zaak.
De vereisten om tot het pauselijke leger toegelaten te worden waren o.a.:
Een getuigschrift van de pastoor dat men goed katholiek was;
Een bewijs van vrijstelling van militaire dienst;
Een bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister, inclusief namen van de ouders;
Een bewijs van goede gezondheid;
Een minimum leeftijd van 17 jaar, maar ook niet ouder dan 35  jaar;
Een minimum lengte van 1,57 m;
Ongehuwd of weduwnaar zonder kinderen.
Het zouaventenue was voor die tijd modern en bood veel bewegingsvrijheid aan de dragers ervan. Het bestond uit een blauwgrijze pofbroek, bijeengehouden door een lange rode buikband. Daarboven werd een blauwgrijs vest en een boleroachtig jasje met rode tressen gedragen. Op het hoofd droeg de zouaaf een soort kepie. Het was een zeer opmerkelijke dracht en uitermate herkenbaar. Men kon zich niet vergissen in een zouavenkostuum. Zij gingen strijden onder de naam Zuavi Pontifici.
Zo begon er een toestroom van doorgaans jonge en vooral fanatieke katholieke mannen. Het devies van de Nederlandse jongens was: “De koning is mijn koning en ik ga als hij mij roept en de Paus is mijn vader en ik ga als hij mij vraagt!”
Ze vertrokken, niet om de wet overtreden en zeker ook niet om de koning te kort te doen. Voor hen gold alleen de liefde en het respect voor de paus. Ze vroegen ook geen geld, maar deden het als plicht en ideaal. Ze zetten hun leven in voor de goede zaak, ondanks dat ze door velen niet werden begrepen.

Dat in een rooms dorp als Poeldijk ook mannen waren om voor de Paus te gaan strijden was haast wel vanzelfsprekend.





Bovenste rij, van links naar rechts: Frans Heskes dan Johan Alsemgeest en op de vierde plaats Johan Middelburg. Uiterst rechts zittend Siem Valk


          
 De pauselijke soldaten uit  de H.Bartholomeus parochie waren
Frans Heskes
Gedoopt Poeldijk 30-03-1834
kleermaker

Johan Alsemgeest
28-12-1837
tuinarbeider

Johan Middelburg
03-08-1846

tuinder

Cornelis van Dijk
25-04-1845
voerman

Piet Verbeek
01-02-1843
tuinder

Simon van der Valk
14-11-1845
landbouwer

Quirinus Bol
01-11-1849
metselaar


Deze zouaven reisden per stoomboot naar de Moerdijk en verder per trein naar Oudenbosch. Hier in Oudenbosch kregen zij hun laatste instructies, zoals:
Men mocht niet luidruchtig zijn, Men moest, waar dat kon, de mis bezoeken.
Er werd een biechtspiegel uitgereikt waarop verschillende zonden met bijbehorende penitenties stonden gedrukt in zowel het Nederlands, het Italiaans als in het Frans. Zo kon men tenminste te biechten gaan, ook al was er geen Nederlands sprekende priester bij de hand.
De volgende dag ging de reis verder per trein naar Brussel, waar een medische keuring plaatsvond, die nog strenger was dan die in Nederland. Het gebeurde nogal eens dat er aspirant-zoeaven werden teruggestuurd, omdat zij niet door de gezondheidskeuring kwamen.
Na Brussel ging de reis verder via Parijs naar Marseille, waar het weekend doorgebracht moest worden. De volgende etappe: naar de haven van Rome, Civitavecchia, per boot, want de weg over land leidde door vijandelijk gebied (het koninkrijk Italië). Tot slot ging het laatste stukje naar Rome weer per trein. Tijdens deze hele reis waren er voortdurend begeleiders aanwezig.
De reis- en verblijfskosten werd voor het grootste gedeelte met giften en donaties van vrome katholieken in Nederland betaald. De zouaven, die net uit Nederland waren aangekomen, werden vervolgens naar een kazerne in Rome overgebracht. Hier kregen zij een training van acht weken. Er werd geëxerceerd en men voerde manoeuvres uit op bevel van meestal Franse officieren.
De jaren 1866 tot en met 1870 zijn bepalend geweest voor het uiteindelijke lot van de Kerkelijke Staat, maar ook voor de roem van de zouaven. In deze periode werden de veldslagen uitgevochten. De pauselijke soldaten hebben weliswaar niet de eindoverwinning behaald, maar hadden zich goed geweerd, wat hen wijd en zijd bekend hebben gemaakt.   
In 1867 wilde Garibaldi met zijn republikeinse troepen de Kerkelijke Staat inlijven. Zowel koning Victor Emmanuel van Italië, als Napoleon III van Frankrijk waren bepaald niet gecharmeerd van Garibaldi. Zij wilden beslist niet, dat Garibaldi’s republikeinen Rome zouden innemen. Dat hield onder andere in dat zij troepen stuurden ter ondersteuning van de zouaven om de paus te verdedigen. De 5000 zouaven toonden daarbij zoveel felheid, dat het veel grotere rebellenleger, na een hevige strijd, waarbij veel doden vielen, vluchtte.
Na de strijd tegen de Garibaldisten kreeg het pauselijke leger veel erebaantjes en werden de zouaven in Rome onder andere ingezet als ordebewaarders.. Dit was nodig, omdat er steeds opstandjes en overvallen waren. Het waren vooral de Romeinen, die bleven strijden voor de eenwording van heel Italië.
In 1870, op 18 september, omsingelden Italiaanse troepen Rome, waarin zich nu zo’n 8000 pauselijke soldaten ophielden. De zouaven  hebben verwoed weerstand geboden, maar de paus zag in, dat het geen zin meer had. De strijd ging veel te veel levens kosten. Hij liet de witte vlag hijsen en gaf zich over. Al de volgende dag moesten de zouaven volgens afspraak hun wapens inleveren en de stad verlaten. Hiermee was dan toch nog sneller dan verwacht een einde gekomen aan de deelname aan de keurtroepen van de paus, de zouaven. De stad Rome werd de hoofdstad van het verenigde Italië, maar de paus behield een klein stukje Rome. De paus had van toen af slechts het grondgebied van het Vaticaan tot zijn beschikking en behield zo toch enig ceremonieel wereldlijk vertoon.
Van de zeven Poeldijkse zouaven zijn er zes teruggekeerd. Quirinus Bol is nooit in Rome aangekomen.
Het zouavenavontuur had echter wel een vervelende consequentie. Men  had  immers zonder toestemming van de Nederlandse koning dienstgenomen in het leger van een vreemde mogendheid. Zij hadden gestreden voor een vreemde vorst en verloren zo hun Nederlandschap. Zij konden geen rijksbetrekking in Nederland vervullen en hadden geen recht op een uitkering van het burgerlijk armbestuuur.
Vaticaanstad is sinds 1929 een onafhankelijk staat. Zij heeft een eigen filatelistische drukkerij, een eigen spoornet wat verbonden is met de Italiaanse spoorwegen en een bekend dagblad, l’Osservatore Romano, een courant dat in geheel Italië wordt verspreid. Het vaticaan heeft een eigen bewakingsgendarmerie (de vroegere pauselijke garde) en een eigen politiecorps, de beroemde ‘Zwitserse Garde’ die sinds begin zestiende eeuw lijfwacht van de Paus zijn en nog steeds het antieke uniform dragen dat waarschijnlijk naar een ontwerp van Michelangelo werd vervaardigd.

Simon van der Valk